De meeste weilanden origineel ingezaaid met de standaard weidemengsels BG 3 (100% Engels raaigras), BG 4 (72% Engels raaigras, 28% Timothee) of BG 11 (69% Engels raaigras, 14% Timothee, 14% Beemdlang, 3% Veldbeemd) bestaan uit 50 tot 100% uit Engels raaigras en zijn dus niet geschikt als paardenweiden. Let op met de speciale graszaad weidemengsel voor paarden van bijvoorbeeld DCM, want in de praktijk is dit gewoon BG 11 met een aangepast label.  In de loop der tijd zal de natuur wel terug overnemen en het Engels raaigras gedeeltelijk terugdringen met andere grassoorten, maar dit vraagt veel tijd. Je kan de natuur wel helpen met het doorzaaien van een biodivers weidemengsel. Begin je van nul? Kies dan direct voor het juiste fructaanarm paardenweidemengsel uit de Viva Store:

  • Bio-Ron Graszaad weidemengsel 1: Ideaal doorzaai mengsel voor weiden die al voldoende klavers bevatten en/of overwegend uit raaigras bestaan. Geschikt voor alle weidegronden. 50% timothee, 20% roodzwenk, 15% kropaar, 15% beemdlang
  • Bio-Ron Graszaad weidemengsel 2: Ideaal doorzaai mengsel voor weiden die geen klavers bevatten.  Beter niet gebruiken voor nieuwe inzaai. Geschikt voor alle weidegronden. 25% timothee, 20% beemdlang, 10 % trosraaigras, 10% rietzwenk,10% raaigras, 5% kropaar, 10% rode klaver, 5% witte klaver, 5% incarnaat klaver
  • Bio-Ron Graszaad weidemengsel 3: Graszaadmengsel met natuurlijke stikstofbinders/klavers. Geschikt voor normale tot vochtige weidegrond. 35% timothee, 25% beemdlang, 10% roodzwenk, 10% raaigras, 10% trosraaigras, 6% witte klaver, 4% rode klaver
  • Bio-Ron Graszaad weidemengsel 4: Graszaadmengsel met natuurlijke stikstofbinders/klavers. Geschikt voor droge weidegrond. 25% beemdlang, 20% timothee, 10% roodzwenk, 10% raaigras, 10% rietzwenk, 15% kropaar, 6% witte klaver, 4% rode klaver

Het zaaiadvies vind je op de Graszaden pagina.

[smartslider3 slider=5]

 

Biodiversiteit zorgt voor een goede gezondheid!

Biodiversiteit aanbieden maakt dat dieren zelf kunnen kiezen. Als dieren zelf kunnen kiezen, eten zij precies wat ze nodig hebben om hun gezondheid in stand te houden, als deze uit balans raakt zoeken zij zelf de planten die nodig zijn om de balans weer te herstellen. Gemis aan biodiversiteit en daarmee individuele keuze mogelijkheid staat dus in relatie met gezondheidsproblemen. Door hier aandacht aan te besteden is er qua gezondheid veel winst te behalen. Het mooie ervan is dat hiermee tegelijk de bodem processen positief worden beïnvloed en de toename van plantenrijkdom ook de nuttige insecten en vogels blij maakt (en zelfs de meeste mensen). We adviseren dus om ook Equi Herbs en Equi Hedges te integreren in een Equi Habitat.

Gezonde voeding voor een paard bestaat nu eenmaal uit meer dan eiwit, vet, koolhydraten, vitaminen, mineralen en vezels, middels verschillende grassen, bloemen, kruiden en takken krijgen de dieren toegang tot de ontbrekende beschermende voedingsstoffen zoals looistoffen, bitterstoffen, slijmstoffen en etherische oliën. Dit zijn eigenlijk ook essentiële voedingsstoffen welke helaas niet in de meeste analytische meetmethoden worden meegenomen.

Een paard is van nature een dier wat selectief moet kunnen eten om een trage maar gestage voedselstroom op gang te houden, dit hoort simpel gezegd bij het wezen van dit dier. Het foerageert vrijwel voortdurend om via een relatief kleine maag het achterliggende  grote darmsysteem gevuld / in beweging te houden door toevoer van vezelrijke maar vooral ook selectief gekozen voeding.

Qua voedingsaanbod en afhankelijk van de daarmee bereikte balans is een paard in staat hier optimaal alle benodigde voedingsstoffen uit te halen en zelfs op het gebied van de meeste essentiële vitaminen deze zelf te synthetiseren/produceren, naast wat in de voeding zelf zit.

Productie grassen versus biologisch paardengras

Als wij onze paardenweiden bekijken, valt op dat productie grassen veelal de overhand hebben, de meeste paardenwei graszaadmengsels bevatten ook een fors aandeel van dit soort grassen. Dit zijn de grassen die veredeld zijn om graag  een stikstofrijke bemesting van kunstmest en / of drijfmest te ontvangen om vervolgens snelle groei en veel energie op te leveren.

Doordat ze vaak kort begraasd worden,  krijgen de planten geen kans volwassen te worden, zijn deze bladrijke grassen arm aan structuur en essentiële sporenelementen en juist rijk aan onontwikkelde eiwitten en suikers welke door gebrek aan structuur vrijwel direct beschikbaar zijn.

Wordt het gras dan ook nog eens zeer kort afgegraasd dan ontstaat er een groeistress welke de groeihormoonhuishouding in hoogst alerte toestand brengt met maximale hormoonproductie. Samen met de snelle suikers en onbestendige eiwitten ontstaat er een cocktail van ongewenste voedingsstoffen die de basis vormen voor een hele reeks gezondheidsproblemen die we bij met name sobere dieren zien die niet voldoende energie output hebben om dit te kunnen compenseren.

Uit onderzoek bij productie (raai)grassen, oftewel zogenoemde F1 hybriderassen, blijkt dat de groei zo snel kan gaan dat essentiële rijpingsprocessen niet volledig afgerond worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij het ontwikkelen van de aminozuur ketens die uiteindelijk tot volwaardige eiwitten moeten ontwikkelen, verstoringen ontstaan die het tot een onvolwaardig eiwit maken. We produceren op deze manier wellicht heel veel massa, maar van welke kwaliteit?

Biologisch zaad heeft in tegenstelling tot gangbaar zaad een diepe kiemrust wat simpel gezegd betekent dat het langzamer, eigenlijk normaal, tot ontwikkeling komt. Zaai je dus gelijk met je buurman die gangbaar zaad gebruikt, dan zie je bij de buurman sneller groen dan bij jou. Ook de kleur van het bio-gras zal normaal gezien net een tintje lichter zijn, hoewel de bemesting historie hierbij natuurlijk wel een belangrijke rol speelt. Maar biologische planten ontwikkelen zich over het algemeen gewoon wat langzamer waardoor zij diepe wortelen en zich volledig kunnen ontwikkelen. Alle essentiële voedingsstoffen worden hierdoor in de juiste verhoudingen in het plantmateriaal vastgelegd en maken het daarmee tot een kwaliteit die meer passend is voor een paard t.o.v. de snelle productie grassen.

Biologische grassen

Door biologische grassen en kruiden te zaaien en geen directe stikstofbemesting meer toe te passen, zal het productiegras vanzelf verminderen en zullen de meer sobere grassen zich kunnen vestigen, net als de kruiden. Biologische zaden kenmerken zich door hun trage (lees: normale) groei en passen bij een extensief management waarbij geen drijf- en / of kunstmest wordt gebruikt.

Mengsels van structuurrijke robuuste en smakelijke grassen al dan niet in combinatie met klaver als natuurlijke stikstofbinder voor het verbeteren van de natuurlijke bodemvruchtbaarheid. Klaver is positief voor de bodem omdat deze plant op een natuurlijke manier gratis de stikstof uit de lucht in de bodem vastlegt. Kies voor een bodem die omschakelt van kunst- en/of drijfmest naar natuurlijk weidebeheer in eerste instantie voor een lage dosering klaverzaden. Want afhankelijk van het al aanwezige zaad in de bodem zal ook vanzelf steeds klaver opkomen als onderdeel van de natuurlijke transformatie zonder het infuus van snelle stikstof zoals in kunst- en drijfmest zit.  Tesamen met klavers bijzaaien kan daarmee het aandeel klavers te hoog worden. Een paardenweide mag ongeveer 5 à 10% klaver bevatten en dit is ook weer een beetje afhankelijk van het type dier wat er op graast. Klaver bevat relatief veel makkelijk opneembare suikers en eiwitten en weinig vezels, dus voor sobere paarden liever wat minder. Voor opgroeiende paarden en lacterende merrie’s mag het wel wat meer zijn.

Bij hooiland daalt vanzelf het percentage klavers op het moment dat ze overschaduwd worden door de lengte van het gras en de toename van biomassa in de vorm van gras, dus is een wat groter klaver aandeel alleen maar gunstig qua uiteindelijke opbrengst, maar uiteraard moet het niet gaan overheersen.

Graslandbeheer

Bouw de weidegang op vanaf juli, door de paarden elke dag een beetje langer op de weide te laten. Van zodra het gras in een weide op een ongeveer 5 cm staat verhuis de paarden dan naar een andere weide om suikerrijk gestresseerd gras te voorkomen. Afhankelijk van de beschikbaarheid aan gras, start je de afbouw van de weidegang in december of vroeger. Het is belangrijk dat het gras op ongeveer een hoogte van 10 cm de winter in gaat. Te kort gras zal teveel afzien van een koude winter en langer gras zou plat kunnen gaan liggen waardoor er rotting optreed.

Tijdens het weideseizoen kan er steeds hooi bijgegeven worden, maar indien er voldoende gras is, laat je bij voorkeur de paarden 24/7 op het gras staan, dit voorkomt suikerpieken en -dalen.